Andalusië - provincies Sevilla & Huelva

De provincie Sevilla is groter dan het Vlaamse Gewest met een oppervlakte van 14.036 km², en telt bijna 2 miljoen inwoners (2010) waarvan ¾ in de agglomeratie van de hoofdstad woont.

De rivier Guadalquivir doorkruist het gebied van het noorden naar het zuidoosten. Andere rivieren zijn de Genil, de Guadaira en de Viar.

De provincie heeft een warm oceanisch klimaat, met zachte winters en hete zomers met temperaturen die gemakkelijk de veertig graden overschrijden.

zondag 7 september

Vandaag verplaatsten we ons naar de tweede camping La Fundicion Cazalla de la Sierra in Cazalla de la Sierra Sevilla.

Met de vraag van Nicole, de reisleidster, om niet voor 15.00 uur aan te komen, had zij voor onderweg een typisch Spaans restaurant aangeraden in El Priorata. Iedereen ging graag in op het aanbod en rond de middag werd de ruime parking gevuld met campers met Belgische nummerplaat. Waar Nicole niet aan gedacht had, was het feit dat op zondag veel Spanjaarden uit eten gaan. Het restaurant zat dan ook goed vol maar gelukkig wisten we nog een lange tafel te versieren voor onze 14 personen. Toen onze menukaarten werden omgewisseld voor andere moesten we eigenlijk al nattigheid voelen. Blijkbaar kregen we nu de kans om een toeristisch menu te kiezen i.p.v. de echte Spaanse kost. Bovendien konden we twee uur wachten op ons eten en het was dan nog niet eens zo lekker. 

Weer een ervaring rijker kwamen we aan op de camping, een vrij grote camping in een bos langs een riviertje. Grootste nadeel was het feit dat er geen internet mogelijk was, tenzij met wifi aan de receptie.

maandag 8 september

Vandaag stond op het programma een fietstochtje van een tiental kilometer naar een voormalige ijzer- en kopererts-mijn dat nu een natuurdomein is: Cerro del Hiero. Het domein verkenden we te voet met o.a. een pittige klim. Langs de Via Verde Norte de Sevilla tot Dan Nicolas del Puerto fietsten we terug naar de camping. Sommigen breiden nog een vervolg aan de fietstocht in de andere richting, wij bleven op de camping.

dinsdag 9 september

Rond halfnegen vertrokken we naar onze volgende overnachtingsplek om tegen tien uur onderweg zeker een bezoek te brengen aan de Ermita de la Virgen del Ara. Een Ermita is een kluizenaarsverblijf. Aan het huis is een kapel gebouwd dat een bezoek meer dan waard zou zijn. Waarschijnlijk omdat het vandaag een lokale feestdag is, kwam de dame die zou openen niet opdagen.

's Middags bezochten we ,ook onderweg, een voormalige ijzer- en kopermijn La Jayona. Iedere bezoeker kreeg een helm en vooral de gidse zal ons bijblijven. Ze sprak zo snel haar vele uitleg dat zelfs de Spanjaarden moeite hadden om alles te begrijpen. Het was dan ook voor onze reisleider niet evident om te vertalen.

In de late namiddag arriveerden we op onze overnachtingsplaats: off-grid kamperen op een iberico-varkensweide. De weide staat vol eiken zodat de varkens vanaf november zich kunnen voeden met de gevallen eikels. 's Avonds aten we samen. Eerst was het plan om te barbecueën maar omwille van het brandgevaar kookte elk zijn potje in de camper.

woensdag 10 september

Vandaag moesten we weer door naar de volgende camping maar eerst brachten we in de vroege ochtend een bezoek aan de boerderij waar deze iberico-varkens gekweekt worden voor de Pata Negra. Daarnaast kweken ze ook nog runderen, kippen, kalkoenen en ganzen. Een verstoten hertje is daar ook opgenomen en Katleen mocht i.p.v. Juleske dat hert de fles geven. Bijzonder bij de zwarte varkens is dat ze gevoed worden gedeeltelijk of volledig met eikels. De tweede soort is natuurlijk de duurste soort.

Na dit bezoek en het ontbijt reden we rustig door naar camping El Madronal, zo'n 25 kilometer verder. Het is een natuurcamping onder de kastanjebomen. Zoals de Spanjaarden doen, gingen we na aankomst rond halfvier lunchen in een plaatselijk restaurant. De lunch kon weerom tellen voor middag- én avondmaal.

donderdag 11 september

Vandaag stond terecht aangekondigd als een highlicht op deze rondreis.

In de voormiddag bezochten we Minas de Rio Tinto, nog een enorme openluchtmijn waar vooral ijzer- en kopererts maar ook andere mineralen worden ontgonnen.

De schaal van de operaties is zo groot, dat het lijkt op een kunstmatige krater, die enkele kilometers breed meet. Vanaf de rand van de 'krater' opent zich een gigantische ruimte voor je. Muren van terrasvormig gesteente, bezaaid met de ongewone kleuren wekken de indruk van een natuurlijk  amfitheater van gigantische proporties, dat gemakkelijk kan worden verward met de set van een Star Wars-film.

Rio Tinto is echter meer dan een geïsoleerde holte op het aardoppervlak. De groei heeft niet alleen bergen en valleien verteerd, maar zelfs hele dorpen, waarvan de bevolking moest worden hervestigd in speciaal gebouwde steden in de buurt. Rio Tinto, vernoemd naar de rivier die door de regio stroomt, is een landschap binnen een landschap geworden.

Het is niet ongebruikelijk om fel oranje of groene beekjes voorbij te zien druppelen. De overheersende ertsen zijn echter de ijzerhoudende, die oxideren wanneer ze in contact komen met de lucht en zowel land als rivier kleuren in roodachtig bruine tinten. Zelfs tot Niebla, ongeveer 50 kilometer naar het zuidoosten, stroomt het water van de Rio Tinto nog steeds langs de oude versterkte muren van de stad in een griezelig straaltje bloedrood.

Eerst brachten we een bezoek aan het interessante museum. De geschiedenis gaat 5000 jaar terug toen hier onder de Iberiërs en later de Romeinen al kopermijnen werden geëxploiteerd. De Romeinen bleven er verschillende eeuwen. Het dorp huisvestte toen meer dan twintig duizend mensen. Begin 20e eeuw hadden de Engelsen het monopolie over het mijngebied. In het begin van de 21e eeuw werden de mijnen gesloten maar enkele jaren later heropend, dit keer onder Spaans beheer. Het buitenaardse aspect en de omstandigheden die er zijn, is voor de wetenschappers van het Noord-Amerikaanse ruimteagentschap (NASA) aanleiding geweest voor de test van speciale kleuren en gebruikt kunnen worden voor een bezoek aan de rode planeet Mars.

Na het museumbezoek stapten we op het toeristisch treintje dat door het oude, niet-meer-in-gebruik-deel van de mijn waar je merkt dat de natuur stilaan het gebied terug inneemt. Toegegeven: veel bomen zijn opnieuw geplant omdat de oude gekapt waren voor de mijnbouw.

In het plaatselijk restaurant waar we deze morgen al een koffie dronken, kregen we een uitgebreide lunch. Vervolgens bracht de autocar ons naar de voormalige moskee Almonaster La Real maar niet zonder nog even te stoppen om een foto te nemen van de huidige mijn. Uitstappen was echter niet toegestaan omdat net op dit uur (tussen 15.00 en 16.00 uur) de ontploffingen doorgaan.

Na de lunch reden we door naar Almonaster la Real, op bepaalde toeristische sites aanbevolen als één van de mooiste dorpen van Spanje. Door het charmante dorpje klim je naar de heuvel waar een oude moskee op staat. Deze staat geklasseerd als nationaal erfgoed. Vooral de uitzichten op de omgeving waren de moeite van het klimmen waard.