Alentejo is een zuid-centraal gebied in Portugal. De naam, "além do Tejo" betekent letterlijk "over de Taag". Het gebied wordt in het noorden begrensd door de Taag met ten noorden daarvan de regio Centro, in het oosten door Spanje, in het westen door Lissabon en de Atlantische Oceaan en in het zuiden door de Algarve.
Het is een van de vijf regio's van Portugal. Het gebied is geen bestuurlijke eenheid; de indeling heeft voornamelijk een functie in het verzamelen van statistische informatie.
De belangrijkste steden zijn Évora (hoofdstad), Portalegre, Beja, Sines en Elvas
Er wonen ongeveer 750.000 mensen op een oppervlakte van 26.000 km². Het is met ongeveer 29 inwoners per km² zeer dunbevolkt.
Het landschap varieert erg, met golvende velden in het zuiden tot granieten heuvels die in het noordoosten aan Spanje grenzen. Om de waterbehoefte te dekken is er een aantal dammen gebouwd. De bekendste is de Alqueva-dam in de Guadianarivier, waardoor een meer van 250 km² is ontstaan.
Alentejo wordt de "broodmand" van Portugal genoemd, het is een gebied met open land met golvende velden en vruchtbare grond. Er zijn enkele steden en erg veel heel kleine dorpjes. Bij de heuvels in de buurt van Estremoz zijn marmergroeves, waar wit, grijs, zwart en roze marmer gevonden wordt.
Kenmerkend voor de streek zijn naast de graanvelden, de vele olijfbomen, kurk- en steeneiken en wijngaarden.
vrijdag 12 september
Vandaag opnieuw een verplaatsingsdag, niet alleen naar een andere camping, deze keer zelfs naar een ander land. De voornaamste aanpassing bij het oversteken van de grens tussen Spanje en Portugal is dat we onze klok een uur moesten terugdraaien (als dat al niet automatisch gebeurt).
Onderweg was een bezoek aan Monsaraz aangeraden. In de plaats hiervan deden wij wat inkopen.
Eerste stop in Portugal is de stadcamping Parque de Campismo Orbitur in Evora waar we slechts één nacht verbleven en dat vooral om 's avonds de stad nog even te bezoeken. Wij, fietsers (de andere helft van de groep kwam te voet) kregen gratis nog een mini-concert te horen van een groep jongelui die typisch Portugese volksmuziek speelde en zong.
Door het totaal onverwachte bericht van het overlijden van onze buurman waren we er met onze gedachten niet bij. Meer dan wat kuieren langs de souvenirwinkeltjes, een lekker ijsje bij de Italiaan en een drankje op een terras nuttigen hebben we er niet gedaan.
zaterdag 13 september
Na één nacht alweer opkramen en doorrijden, deze keer naar camping Lapa dos Gaivoës in Esperanca.
Het is een heel charmante, kleine camping maar weeral klom de thermometer iets te hoog voor ons welbehagen.
In de namiddag maakten we, opgesplitst in twee groepen, een fietstocht door het natuurpark, de ene groep een korter traject, de andere wat meer. Uiteindelijk hadden we allen bijna evenveel gefietst door een slechte routeaanduiding en ontmoetten elkaar bij een tussenstop op hetzelfde terras. Knooppunten moeten ze hier nog uitvinden maar de campinguitbater wil bij het gemeentebestuur toch betere signalisatie van de routes aanvragen.
zondag 14 september
Op het menu vandaag: busexcursie naar Forte da Grazia en het wijnhuis Adega Mayor, opnieuw een hoogtepunt om te onthouden.
In Elvas bezochten we eerst het Forte da Grazia, het grootste fort dat trouwens het grootste ter wereld is.
De fortificaties van Elvas zijn vandaag erkend als werelderfgoed. Dit goed bewaarde militaire bolwerk wordt gevormd door de islamitische en middeleeuwse stadsmuren en door de 17e-eeuwse vestigingsmuren die volgens de Nederlandse stijl van Cosmander werden gebouwd. Hiervan maken ook deel uit het Forte de Santa Luzia (17e eeuw ), het Forte da Graça (18e eeuw ) en de 3 kleinere forten uit de 19e eeuw – São Mamede, São Pedro en São Domingos. Als u een vogel was, zou u de verrassende tekening van de vestigingswerken op de grond kunnen bewonderen, die nu alleen op luchtfoto's is te zien of die u zich kan inbeelden wanneer u de monumenten bezoekt of geniet van het landschap in de omgeving.
De stervormige verdedigingsstructuren met een omtrek van 10 km zijn een unieke getuigenis zijn van de evolutie van de militaire strategie tot in de 19e eeuw. Deze vormden een heel belangrijke verdedigingslijn gedurende de onafhankelijkheidsoorlog tegen Spanje halverwege de 17e eeuw en deden dienst als militaire basis van generaal Wellington tijdens de Franse invallen in het begin van de 19e eeuw.
Na de lunch reden we door naar wijnhuis Cave Mayor. In Elvas stopten we wel nog even om het indrukwekkende aquaduct te bewonderen. Wie in Elvas arriveert, wordt ontvangen door een enorm aquaduct met een lengte van 7 km en 843 bogen. Het aquaduct werd gebouwd door de architect Francisco de Arruda die ook meewerkte aan de Torre de Belém in Lissabon.
Toen we wijnhuis Adega Mayor naderden, dacht ik eerst: dat lijkt gewoon een fabriek. Eenmaal binnen merkten dat dit echter een architectonisch staaltje is dat de filosofie van de stichter mooi weergeeft.
In 2007 openden we de deuren van Adega Mayor, een oude droom van Rui Nabeiro, een succesvol zakenman en oprichter van het bekende koffiemerk Delta Cafés, het is de vrucht van zijn grote passie voor wijnen en zijn land, Campo Maior. In 350 hectare granietbodems en een gematigd klimaat, creëert een prestigieus team frisse en elegante wijnen vol persoonlijkheid die grenzen overschrijden en de wijnliefhebbers over de vier continenten veroveren. De oenoloog van dienst is Rui Reguinga. De wereldberoemde architect Siza Vieira werd gevraagd om de wijnkelder te construeren. Meer dan twintig regionale, nationale en internationale druivenrassen leven samen op het landgoed, een scala dus aan alchemistische variaties die resulteren in buitengewone wijnen. Een tour die begint met de Caiado-wijnen - wit, rood en rosé. Jonge wijnen, zeer gastronomisch inzetbaar. Vallen regelmatig in de prijzen bij Wine Master Challenge, International Wine and Spirits Competition, International Wine Challenge en Mundus Vini.
Natuurlijk mochten we enkele wijnen ook proeven. Zoals te verwachten waren ze wel aan de dure kant maar de filosofie van Rui Nabeiro die niet alleen een hart heeft voor koffie en wijn maar ook de gave van het woord heeft, maakte veel goed.
Wel spijtig is dat een bezoek aan de koffiebranderij hier vlakbij niet in het programma zit. Blijkbaar zou er bij de fabriek ook een koffiemuseum behoren, velen onder ons hadden dit ook wel eens willen zien. Het koffiemerk Delta cafés is het meest verkochte merk in Portugal (meer dan de helft van alle koffie) en kom je ook in Spanje veel tegen.
maandag 15 september
Na een korte ochtendwandeling voor de liefhebbers naar de rotsschilderingen in de buurt reden we een ook korte rit naar de volgende camping, Asseiceira, weerom een gezellige, charmante camping.
Omdat het vandaag een korte verplaatsing was en de rest van de dag gepland stond als een vrije dag namen we onderweg de tijd om nog eens boodschappen te doen en onderweg wilden we lpg tanken wat in Portugal voor niet-motorgebruik blijkbaar verboden is.. De nauwe straatjes om bij het supermarktje te geraken waren een echte uitdaging. Één keer had ik maar een paar cm over aan beide zijden terwijl het Spaanse publiek zat te genieten.
Eenmaal op de camping zocht iedereen weer wat schaduw want de temperaturen swingen opnieuw de pan uit maar de camping zelf maakt heel veel goed. De vorige en deze zijn bij de toppers van deze reis.
dinsdag 16 september
Vandaag staan weer een excursie gepland met een autocar en begeleid door een lokale gids.
In de voormiddag is dat een bezoek aan Castelo de Vido, de thuisstad van onze gids.
Castelo de Vide heeft altijd bekend gestaan om zijn natuurlijke rijkdommen zoals de bronnen met geneeskrachtig water. U treft hier verschillende bronnen waarvan de Vila en Mealhada bronnen het bekendst zijn. U moet wel weten dat, volgens de plaatselijke gezegden, diegene die het water uit de Mealhadabron drinkt, naar Castelo de Vide terug zal keren om te trouwen.
Het kasteel dat is omringd door witte huizen, valt op in het landschap en is ongetwijfeld de eerste verrassing voor de bezoeker. Vanuit de hoogte oogt het landschap van de Alentejo in volle glorie. Hier vlakbij, op zo’n 20 km afstand, kunt u net Marvão waarnemen en nog iets verder ziet u Spanje liggen.
Aan de noordkant, tussen het kasteel en de Fonte da Vila, wordt de historische joodse buurt door een aantal smalle straatjes afgebakend. De joodse buurt van Castelo de Vide is één van de belangrijkste voorbeelden van de joodse aanwezigheid in Portugal, die uit de 13e eeuw dateert, tijdens het koningschap van D. Dinis. Hier kunnen we één van de best bewaarde joodse buurten in Portugal zien, waar één van de grootste verzamelingen civiele architectuur uit de gotische periode bewaard is gebleven. Wandel door de steile en smalle straatjes en laat u betoveren door de charme van het middeleeuwse verleden.
Castelo de Vide heeft echter ook andere monumenten die een bezoek waard zijn. We noemen bijvoorbeeld de Capela la do Salvador do Mundo, de oudste kapel {einde van de 13e eeuw} waarvan de binnenkant bekleed is met panelen van witte en blauwe tegels, of de Capela de Säo Roque, gebouwd in de 15e eeuw en herbouwd in de 18e eeuw. Maar dit zijn slechts twee van de 24 bestaande kerken.
Met de gids bezochten we het kasteel, de Joodse wijk en een synagoge. Het voornaamste weetje om te onthouden is dat vele Joden zich zogezegd bekeerden tot het christendom om niet vervolgd te worden maar toch vasthielden aan hun geloof.
Vanop de camping hebben we in de verte zicht op Marvao dat 's avonds trouwens prachtig verlicht is. Dat bezoeken we in de namiddag.
Het vestingplaatsje Marvão is één van de hoogste plekken van de Alentejo. Het ligt in een heuvelachtig gebied met kurkeiken, olijfbomen en wijngaarden. Dankzij de spectaculaire ligging van Marvão, op een granieten rots van 856 meter hoog, heb je hier goed zicht op. Als je door het rustige dorpje loopt, voelt het net alsof je een openluchtmuseum bezoekt. Het volledig ommuurde plaatsje heeft witgekalkte huizen, drie kerkjes en een goed bewaard gebleven burcht. Het is dat er ook cafeetjes en hotels zijn, anders zou je denken dat de tijd hier heeft stilgestaan.
Met een temperatuur van 37 graden in de schaduw was de stadswandeling voor de helft van de groep voldoende terwijl de andere helft toch nog de klim naar het kasteel erbij nam.
woensdag 17 september
Tegen 09.00 uur stond onze autocar ons opnieuw op te wachten bij de camping. Deze keer bracht hij ons eerst naar Alter do Chao waar de paardenstoeterij Alter Real gevestigd is en waar de Lusitano-paarden gekweekt worden. Er is tevens een valkenarij waar de roofvogels afgericht worden voor de jacht.
De lusitano wordt gebruikt als tuigpaard en als rijpaard. Vooral in de klassieke dressuur doen deze paarden het goed. Vroeger werden ze gebruikt voor de cavalerie. Ze werden ook bekend door hun inzet tijdens het stierenvechten, dat in Portugal nog vanaf het paard gebeurde, terwijl vanaf een zeker moment in Spanje nog uitsluitend stierengevechten op de grond waren toegestaan. Het ras werd daarvoor speciaal gefokt op moed en wendbaarheid. Het ras is daarnaast bekend uit paardenshows met elementen van hogeschooldressuur. Iberische paarden genoten door de eeuwen heen een grote faam en droegen bij aan de opbouw van verschillende rassen in Europa. Ze genieten tegenwoordig nog steeds bijzondere populariteit in Engeland, de VS en Australië.
Omdat de temperaturen in de zomer hoog zijn, gaan de paarden naar de weiden 's avonds en komen 's morgens terug op stal. Deze terugkeer konden we bewonderen bij aankomst. Daarna gingen we eerst de valken bewonderen om vervolgens naar de paardenstallen te gaan. De prachtige paarden zijn een streling voor het oog en voor het fototoestel.
Na de lunch in Portalegre bezochten we daar het museum van de kunsttapijtenweverij waar uitsluitend wandtapijten getoond worden die een kopie zijn van een kunstwerk.
De tapijten uit Portalegre zijn een expressie van de Portugese creatieve geest in de textielindustrie, die al vanaf het begin een innovatieve toepassing van traditionele technieken kende. De tapijten worden geknoopt vanaf het begin van de 20ste eeuw. De gebruikte knooptechniek werd ontwikkeld door Manuel Carmo Peixeiro en vindt plaats op een verticaal weefgetouw, door Guy Fino uitgevonden.
De knoop die bij het weven wordt gebruikt, wordt gemaakt door alle draden van het getouw volledig te gebruiken, waardoor de tekening steek voor steek wordt opgebouwd en zeer gedetailleerd wordt. De rijen worden door verbindingsdraden bij elkaar gehouden waardoor het stuk regelmatig en eenvormig wordt, zonder dat er open stukken zijn, zoals dat gebeurt bij de traditionele tapijtkunst bij kleurwisselingen. Met deze techniek kunnen chromatische vlekken worden gecontroleerd, verkrijgt men strakke contouren en er kan een subtiele overgang van kleuren worden gerealiseerd. Hierdoor wordt een nagenoeg perfecte weergave van een schilderij of een tekening op textiel mogelijk.
Anderszins verenigt het weefgestoel de mechanische voordelen van een vlakweefgestoelte met een controlemogelijkheid, zoals die voordien alleen mogelijk was met een hoogweefgestoelte. De manuele controlemogelijkheden bij het splitsen van de draden in even en oneven, wat alleen voorbehouden was aan horizontale weefgestoelten met pedalen, is eveneens mogelijk. De tekeningen worden met grote nauwkeurigheid vergroot op ruitjespaper, waarbij elk ruitje overeenkomt met één steek en één kleur. Er worden 5 steken per centimenter aangebracht, oftewel 250.000 steken per vierkante meter. Het minitieus overtekenen op ruitjespapier kan voor een groot werk makkelijk meer dan een jaar duren en dan moet het weefwerk nog beginnen.
De tapijten uit Portalegre zijn een materialisatie van kunstwerken. Maar zij zijn zelf ook originele kunststukken dankzij de technische kenmerken. Veel kunstenaars hebben de kwaliteit van de tapijtkunst erkend en kiezen deze techniek om hun stukken te reproduceren of te creëren. Voorbeelden zijn o.a. Almada Negreiros, Vieira da Silva, Arpad Szenes, Júlia Pomar, Abel Manta, Costa Pinheiro en José de Guimarães.
donderdag 18 september
De laatste dag op Portugese bodem was bedoeld als een rustdag. We fietsten terug naar Portagem waar we gisteren al even stopten om het oude Romeinse brugje te zien. Net achter dit brugje is één van de vele natuurlijke zwempartijen aangelegd door het riviertje af te dammen.
Iedere week wordt het water in het 'zwembad' geleegd om vers water aan te voeren. Dit gebeurt elke donderdag. Wat we niet wisten dat dit 's morgens al gedaan wordt, de gids zei het anders. Bij aankomst zagen we dus een leeg zwembad dat van de algenafzet gereinigd werd met een tractor met borstel. We kozen dus voor een wandeling en gingen 's middags lunchen in een plaatselijk restaurant.
Sommigen kozen om er nog een paar kilometer aan te breien tot een Romeinse ruïne en Ammaia museum, anderen verkozen om terug te keren naar de camping.
Maak jouw eigen website met JouwWeb